Do’s en don’ts van de inloopdouche

Een inloopdouche varieert in breedte van 120 cm tot 200 cm. Je kunt hem in een hoek of vrijstaand plaatsen en daarbij kiezen voor een frontale of (dubbele) zijwaartse instap. De wanden kunnen transparant, ondoorzichtig of in decoratief glas zijn. De inloopdouche kan volledig betegeld zijn of je kunt kiezen voor een combinatie van een douchetub met een glazen wand.

Flexibiliteit troef
In vergelijking met een klassieke douchecabine heeft een inloopdouche veel voordelen. Niet alleen is hij een stuk ruimer dan de standaard 80x80 cm of 90x90 cm. Omdat hij meestal geen deur of gordijn heeft, krijg je altijd een open, ruimtelijk gevoel, zowel in de douche zelf als in de badkamer. Een douche zonder opstapje is bovendien heel toegankelijk. Handig voor wie wat moeilijker ter been is. Daarnaast is een inloopdouche makkelijk te onderhouden en eenvoudig te installeren.

Do’s en don’ts van de inloopdouche?
Net als bij een gewone douche moet de plaats waar de wand komt stabiel en waterpas zijn. Het is niet altijd mogelijk om een vlakke inloopdouche met ingebouwde bak of een betegelde vloer die doorloopt te plaatsen omdat de sifon (het waterslot of de zwanenhals) altijd toegankelijk moet zijn. In dat geval is een opstapje een goed idee. Tenslotte hou je er ook best rekening mee dat een inloopdouche plaats nodig heeft. Bij een te kleine inloopdouche zal het spatwater al snel je vloer blank zetten. Kies in dat geval voor een vast paneel of zelfs een draaideur in glas die het water tegenhoudt.

Bron:
Vanmarcke